Doe wat je graag doet
Betrap je jezelf erop dat je in de dagelijkse sleur geraakt? Op zich niks verkeerds mee, maar wel als je er ongelukkig van wordt. Meestal weet je wel waaraan dat ligt: je gaat niet graag meer werken, haalt geen voldoening uit je job, het universum lijkt tegen jou te zijn, je voelt je onbegrepen,... Maar tegelijkertijd weet je eigenlijk niet wat je liever zou doen. Of je weet het wel, maar je weet niet hoe. Je vraagt je vanalles af: waar je goed in bent, wat je leuk vindt, hoe het verder moet ... en eigenlijk weet je het antwoord niet echt. Een ding is alvast zeker: je bent niet de enige.
Story Time
Ik was als kind goed in alles. Alles behalve meetkunde. Daardoor haalde ik 'maar' een totaal van 94/100 op mijn rapport. Daar kon ik wel mee leven. Toen ik twaalf was en een middelbare school mocht kiezen, koos ik de school met zo weinig mogelijk bekende gezichten. Ik wilde nieuwe mensen leren kennen. Ik wist totaal niet wat ik moest studeren maar de meester had gezegd dat Latijn me wel zou afgaan. Had ik even geluk dat dat me wel afging! Keuzes maken is nooit mijn sterkste kant geweest. Ik vroeg me altijd af: waaróm? Kan ik dat later niet kiezen? Of gewoon niét kiezen? Nee, ik moest kiezen: wiskunde of talen. euhm... Geen een van de twee? Dan maar begonnen met wiskunde en met kerst veranderd naar talen. Hoewel ik in september nog sterrenkunde wou gaan studeren en weervrouw wou worden, was het fysica dat me nekte (ik begreep er geen bal van). Oké, dan word ik wel iets anders! In januari stond het dan vast dat het letterkunde zou worden.
In maart wist ik al dat dat plan niet zou doorgaan. Ik had ook zo veel geluk dat 'die van Latijn' mij niet per sé wou laten buizen. In de plaats van een 49/100 gaf ze mij 50/100. Voor haar maakte dat niet uit - ze vond dat allebei even slecht - maar voor mij wel. Ik kon geen woordjes vanbuiten leren. ik kón het wel maar het lukte mij niet. Ik had hoofdpijn, was vaak ziek. Niet goed in mijn vel. Sprong vaak uit mijn vel. Was een echte puber, maar ook een echte loser. Zo voelde dat toch. Ik kon geen woordjes leren. Ik kon niet studeren. Ik kon alleen maar denken aan wat ik niet kon. Ik vergat dat ik kon zingen, dansen, acteren, breien, liedjes schrijven, vriendinnen troosten, knutselen. Ik wist alleen dat ik een rare was, een seut, een puber, een puistenkop met een bril, een die slecht was in LO en altijd door haar knieën zakte. Ik had vrienden maar ook veel niet-vrienden. Mensen die tegen mij waren, en ik weet niet waarom. Misschien waren ze niet tegen mij maar voelde dat zo. Ik had hoofdpijn en wou dat iedereen mij gerust liet. Wist ik toen al maar dat ik gewoon overgevoelig ben.
En dan heb je eindelijk die zes lange jaren doorgeploeterd. Keuzes gemaakt. En dan krijg